Court & Kort #1: Michiel Dhont over Holiday | Acteur.be

←Alle artikels

nieuws
Court & Kort #1: Michiel Dhont over Holiday

Michiel Dhont (27) heeft de ambitie en de kunde om een gevestigde waarde te worden in het Belgische filmlandschap. Zijn VAF-‘Wildcard’-subsidie, die hij kreeg in 2017, vlak nadat hij met rasse schreden zijn opleiding aan het KASK doorwandelde, wou hij naar eigen zeggen gebruiken om aan zichzelf en mogelijke financiers in de toekomst te bewijzen dat hij een groep mensen kon regisseren. Dat zelfvertrouwen zie je ook in het resultaat, de kortfilm Holiday, die Cosmos-Kosmos in samenwerking met Fantômas op 5 augustus vertoont in het programma Court & Kort.

We spraken met de maker twee jaar na de opnames van de kortfilm, een dynamisch familieportret geschilderd in het kader van een groepsweekend. Een waar je niet echt bij wil zijn, zeker niet als je je identificeert met het hoofdpersonage Maurice, een jonge man voor wie de talloze intriges wel heel hard binnenkomen. Momenteel werkt Dhont als producent, maar hij beklemtoont dat hij ook regisseur blijft. En dat hij door over Holiday te praten nog meer zin heeft om opnieuw achter de camera te kruipen.

Tijmen Govaerts vertolkt na zijn rol in je eindwerk Poor Kids opnieuw het hoofdpersonage in Holiday. Het is een voorbeeld van hoe toekomstgericht je te werk gaat: jullie hebben afgesproken jullie als duo te blijven ontwikkelen. Wat maakt dat het zo goed klikt?

Al tijdens Poor Kids wisten we dat we opnieuw gingen samenwerken. Het klikte en we vulden elkaar aan. Omdat het mijn eerste ervaring was, was de rolverdeling van regisseur en acteur toen nog meer afgelijnd. Door Holiday merkte ik dat Tijmen ook een hele goede schrijver is en dat onze samenwerking nog veel kanten op kan gaan. Hij gaf veel input zonder dat hij daarom mijn rol als schrijver of regisseur overnam. Omdat ik na Holiday weer met productie begonnen ben, hebben we niet meer samengewerkt, maar ik vind ik het top om te zien hoe hard hij aan het gaan is en hoe hij zijn kansen ten volle benut. 

Tijmen kan duidelijk een complex personage neerzetten, dat zagen we in de door hem gedragen langspeelfilm Muidhond, maar zeker ook in Holiday. Voor we in de complexiteit van het personage duiken: hoe zou jij Maurice zelf omschrijven in drie woorden?

We wilden hem neerzetten op een manier die heel observerend is, complex, maar toch heel simpel.

Mag ik daar provocatief aan toevoegen?

We hebben geprobeerd een switch in de film te stoppen, waarna hij inderdaad provocatief wordt, maar dat was niet het uitgangspunt voor dat personage. Hij komt in een soort van trip terecht, waarbij hij in zijn eigen hoofd kruipt. Ik zie die eigenschap eerder als een deel van de evolutie die hij doormaakt dan van zijn karakterschets.

Tijmen stapt met een bepaald gevoel in dat familieweekend en wordt al snel overweldigd door de bom aan nevenpersonages en verhalen. We wilden een evolutie in de film stoppen die duidt dat het om zijn gekleurde perceptie gaat. In feite geldt dat voor iedereen in de film: alle personages hebben vooroordelen die niet kloppen.

De kijker stapt mee in die overweldigende perceptie: de personages worden karikaturaal. Dat voegt niet alleen een herkenbaarheid toe, maar ook een element van humor. We hebben allemaal een te uitbundige tante, zoals Sofie Decleir die neerzet, of een norse, conservatieve oom, een rol van Jan Hammenecker. 

In feite zijn dat de vooroordelen van Maurice. Hij meent dat hij de situaties van zijn familieleden helemaal doorziet. Zo fixeert hij zich op die lach van zijn tante, omdat die volgens hem van alles maskeert. Later zien we dat zij ook gewoon haar eigen leven heeft, haar eigen gezin, waarover Maurice weinig weet. Nu, ik zie dat zo, en ik vind het ook leuk dat er ruimte is voor een andere interpretatie van de kijker. Een duidelijker voorbeeld is misschien de verhaallijn van de kinderwens van zijn oom en diens vrouw. In de laatste scène zit in dat kader een subtiele catharsis. Het is eigenlijk niet meer dan een blik, die toont dat de situatie iets tussen hen twee is, en bovenal dat ze elkaar graag zien. 

Klopt het dat Maurice die evolutie niet zelf ziet en dat je dit eerder aan de kijker overlaat? 

Absoluut. Maurice is het hoofdpersonage en vormt de rode draad, maar voor mij gaat het verhaal ook wel echt over de groep. Over een familie die samenkomt en leert omgaan met elkaar. En dat zit niet zozeer in een mega plottwist of een plot driven vibe. Wij zien als kijkers dat de personages problemen hebben, maar dat er ook momenten van geluk zijn samen. Daarom is de scène midden in de film, waarbij de groep rugby speelt op een grasveld, zo belangrijk. Het stond bij het schrijven al vast dat we die opnames niet gingen decouperen: de groep heeft gewoon twee uur lang gespeeld, en dat maakt die scène zo authentiek. 

De familie is meer dan enkel haar problemen.

Ja. En er zit humor in. Het contrast met Poor Kids is groot: daar zetten we in op de kleine emoties. Problemen blijven veelal onuitgesproken. Bij de regie van Holiday heb ik tegen de acteurs gezegd: Go! Ga er volledig voor! En dat is verschillende kanten uitgegaan; er zit zowel vreugde als tristesse in de film. 

 

In een eerder interview gaf je aan dat je de Wildcard hebt gebruikt om bij te leren over acteursregie en om te tonen dat je ook een groep kan regisseren. Welke weg heb je voor jezelf gevonden daarin? 

De Wildcard is een kans die ik ten volle heb willen benutten om te oefenen, om te experimenteren en om mezelf te ontwikkelen. Daarom wou ik werken met veel mensen. Dat proces is gegroeid: we zijn begonnen met vijf personages en zijn uiteindelijk bij elf personages beland. Met casting director Sien Josephine Teijssen heb ik samengewerkt om die familie vorm te geven. Het voelde heel goed om dat met haar op die manier te doen.

Hoe gaat dat in zijn werk, het vormgeven van de familie?

Je moet mensen vinden die bij elkaar horen en die de karaktertrekken hebben zoals je die hebt uitgeschreven, maar er moet net zo goed ruimte zijn voor de acteurs om het op hun manier in te vullen. En bovenal: het moet consequent zijn. Sien heeft mij daar enorm in gesteund, want het werd soms erg complex. Tegenover Maurice, een personage dat observeert en niet noodzakelijk iets hoeft te zeggen, moest bijvoorbeeld een personage staan dat de hele tijd maar doorratelt. Met twee personages is dat een duidelijke constellatie, maar we hadden er zo tien. Dus we moesten trekken vinden die steeds contrasteerden met elkaar. Het was heftig, maar het was ook fantastisch, om iedereen in de ruimte te zetten – we zaten samen vijf dagen in het huis – en te kijken wat er gebeurde. 

Zelfs voor mij als filmjournalist is acteursregie een vrij vaag gegeven. Kan je iets meer vertellen over hoe je precies te werk gaat? 

Ik ben vertrokken van mijn scenario, maar wou de acteurs hun ding laten doen. Ik denk dat dat ook moet als je met zo’n grote groep werkt. Je geeft wel stukken dialoog aan die de essentie van de scène duidelijk maken, en je legt uit waar je naartoe wil, maar voor de rest vond ik het fantastisch om te kijken hoe het spel zich ontwikkelde. Ik zei bijvoorbeeld tegen Tijmen: in deze scène zeg jij zo weinig mogelijk, en tegen Sofie: in deze scène moet jij keihard gaan, en dat deed ik bij ieder personage, om dan te kijken waar het uitkwam. De assistentie van Kato De Boeck, die werkte op de continuïteit van het script, was daarbij hemels.

Met Esmoreit (Lutters, director of photography, red.) heb ik besproken dat we bij de grote scènes, zoals die aan de eettafel en op café, niet te veel gingen decouperen. Dat is van grote invloed op de acteursregie. Je kan heel statisch filmen en op voorhand vastleggen welke shots je achtereenvolgens nodig hebt van welke acteur, maar Esmoreit werkte in die scènes met een handheld camera en paste zich aan aan de acteurs. Op die manier moesten we niet steeds stoppen en konden we bijvoorbeeld de eetscène vijf keer volledig spelen (de cuts worden pas achteraf bepaald in de montage, red.). Dat vroeg van Esmoreit een enorme energie, maar het zorgt voor een vrije acteursregie. 

Ik bewonder hoe doelgericht je werkt als jonge regisseur. Daarom is deze vraag des te interessant: waar werk je nu aan, twee jaar alweer na de opnames van Holiday

Momenteel werk ik onder begeleiding van Dirk Impens als producent voor de nieuwe film van Lukas (Dhont, broer van Michiel, red.). Ik wil productie en regie combineren, voor mij gaan die twee hand in hand. Wanneer ik over Holiday praat, wakkert dat het vuur aan om zelf opnieuw iets te maken. Ik heb al veel geschreven en nagedacht, maar het is belangrijk om mij nu volledig toe spitsen op de productie, om me daarna weer in het filmmaken te kunnen smijten.

 

Deze interviewreeks kwam tot stand als samenwerking tussen het nieuwe filmtijdschrift Fantômas & project-platform Cosmos-Kosmos.be.

Op donderdag 5 augustus kan je Michiels kortfilm zien op de eerst editie van Court & Kort.
Alle info & tickets vind je hier.

 

Auteur:  Charlotte Timmermans

Coverfoto © MaximeLahousse

Met de steun van Playright+